Het geheime leven van het tienerbrein

Het geheime leven van het tienerbrein – hoe we onszelf uitvinden

Sarah-Jayne Blakemore (2017)

Het is een fase… Het is een fase… Zelfs de lange fase van tien tot zestien jaar die de adolescentie wordt genoemd.

In dit boek beschrijft neurowetenschapper Sarah-Jayne Blakemore de nieuwste wetenschappelijke inzichten in het tienerbrein. Ze laat zien hoe het tienerbrein zich ontwikkelt, hoe die ontwikkeling ons gedrag beïnvloedt en welke factoren uiteindelijk bepalen wie we worden. Hoe ontwikkelt het brein van tieners zich en welke processen spelen daarbij een rol? Waarom zijn intense vriendschappen met leeftijdsgenoten zo belangrijk voor tieners? Hoe komt het dat tieners makkelijker buitensporige risico’s nemen? En waarom ontstaan veel psychische stoornissen al tijdens de puberteit?

Adolescentie is geen afwijking. We moeten de adolescentie, die loopt vanaf ongeveer een jaar of elf tot ergens begin tot midden in de twintig, niet demoniseren schrijft de auteur. Deze periode is essentieel voor wie we zijn en juist in deze periode zijn de zenuwbanen plooibaar en vieren passie en creativiteit hoogtij. Het adolescentenbrein is geen gestoord of slecht functionerend volwassenbrein.

De adolescentie is een periode van kwetsbaarheid, maar ook een periode van verhoogde creativiteit, nieuwe denkwijzen, energie en passie. Deze fase van de ontwikkeling is essentieel voor het latere denken en voelen. We leggen er de basis voor ons zelfbewustzijn en we vinden onszelf uit.

Op de lange reis van de adolescentie ontwikkelen we een gevoel van zelfidentiteit en begrip voor andere mensen. Hierdoor kunnen adolescenten onafhankelijke volwassenen worden en krijgen ze een vastere rol binnen hun groep leeftijdsgenoten.

In dit boek komen allerlei thema’s aan bod zoals de ontwikkeling van het zelfbewustzijn, het belang van vriendschappen en erbij willen horen in de adolescentie. De veranderingen in het menselijk brein wordt uitgediept in de hoofdstukken ‘Binnen in de schedel’ en ‘Binnen in het levende brein’.

Het juiste soort risico’s:

Hoe komt het dat adolescenten meer geneigd zijn risico’s te nemen? Hierin speelt vermoedelijk de hypergevoeligheid van hersengebieden voor belonende prikkels een rol in combinatie met de relatief langzame ontwikkeling van de prefrontale gebieden die betrokken zijn bij zelfbeheersing. Adolescenten zijn meer geneigd zich impulsief te gedragen wanneer ze een beloning te krijgen. Als we bepaalde risico’s bij jonge mensen willen verminderen, is het een goed idee om ons te richten op de onmiddellijke, sociale gevolgen van acties en beslissingen in plaats van op het geven van ernstige waarschuwingen voor lange termijngevolgen.

Onderzoeksresultaten in het hoofdstuk ‘Als het misgaat’ geven aan dat omgevingservaringen, waaronder het gebruik van drugs, alcohol en technologie mogelijk de hersenen van adolescenten beïnvloeden. Het brein is gedurende deze levensfase ontvankelijker voor omgevingservaringen. Gelukkig zijn de hersenen bijzonder plastisch en is het nog niet te laat om in te grijpen met therapie als adolescenten extra hulp nodig blijken te hebben.

Onderwijs en het brein:

De auteur beschrijft dat de hersenen van adolescenten plooibaar en flexibel zijn: onderzoek naar hersenontwikkeling toont aan dat de adolescentie een periode van relatief grote neurale plasticiteit is, vooral de hersengebieden die betrokken zijn bij besluitvorming, planning en sociale cognitie. Dit heeft gevolgen voor ‘wanneer wat geleerd moet worden’ en zou van nut kunnen zijn bij de samenstelling van lesprogramma’s. Deze neurale plasticiteit kan in de klas aangegrepen worden om maximaal leren te bewerkstelligen. Wanneer scholen bijvoorbeeld daarnaast hun lestijden meer zouden aanpassen aan het biologische ritme van tieners, zou dit het leervermogen en de motivatie verbeteren en ook kunnen leiden tot een beter welbevinden.

Tevens kunnen de recente bevindingen uit de neurowetenschappen belangrijk zijn voor andere gebieden zoals het jeugdstrafstelsel.

Het is de reis die ertoe doet:

Zo’n twintig jaar geleden werd het gedrag van adolescenten vooral geweten aan de gierende hormonen, het wisselen van school en sociale veranderingen. Nu weten we dat het brein aanzienlijke ontwikkelingen ondergaat gedurende de adolescentie en dat deze hersenontwikkeling bijdraagt aan de kenmerkende wijze waarop adolescenten zich gedragen. Daarnaast kunnen onderzoekers beter begrijpen waarom zoveel psychische stoornissen beginnen in de adolescentie.

Ondanks dat de beeldvorming van adolescenten nogal eens negatief en stereotype is, beseffen we nu eindelijk dat typisch adolescentengedrag niet ondoordacht en destructief is. Dit gedrag heeft een reden. Risicogedrag, een vergroot zelfbewustzijn en meer tijd doorbrengen met vrienden zijn allemaal symptomen van een belangrijke fase van de hersenontwikkeling – het zijn tekenen van de reis die gemaakt wordt naar de volwassenheid. Volgens de auteur moeten we dit brein begrijpen, verzorgen – en vieren. Het is de reis die er toe doet. De adolescenten van vandaag zijn tenslotte onze toekomst.

Sarah-Jayne Blakemore (hoogleraar University College London) draagt met dit boek bij aan het vergroten van het bewustzijn van de cruciale ontwikkelingen tijdens de adolescentie. Wetenschappelijke feiten en onderzoeksbevindingen worden afgewisseld met persoonlijke ervaringen uit haar eigen leven en onderzoeksloopbaan. Dit geeft de inhoud van het boek ook een prettige luchtigheid en leesbaarheid naast de meer wetenschappelijke materie. Met een tiener in huis vond ik het boeiend om me aan de hand van dit boek te verdiepen in welke ontwikkelingen typerend zijn voor het tienerbrein.

Dit boek is interessant voor iedereen die zich wil verdiepen in het tienerbrein en zich niet laat weerhouden door de uitgebreide wetenschappelijke onderbouwingen van de huidige kennis over adolescenten. Het geeft wellicht ook een hoop vertrouwen voor ouders van hoogbegaafde tieners onder de lezers van Signaal. Het boek bevat achterin nog een uitgebreide lijst met illustratieverantwoording, noten en een index.

Uitgeverij Nieuwezijds (2019) – Amsterdam, ISBN 978 90 5712 5140    

Floor Paulissen

Deze recensie verscheen in Signaal 62.