Dit artikel is eerder verschenen in Zorg Primair, het onderwijsvakblad van CNV Onderwijs. Onderaan het artikel kun je het oorspronkelijke artikel in pdf downloaden.
Top-down Onderwijs uitgelegd
In het onderwijs is het gewoon om bottom-up les te geven. Van een afstandje bezien is het de enige vorm van onderwijs die we kennen. Dit werkt voor de meeste leerlingen goed, het is overzichtelijk en prima te managen. Het is ook een vorm van onderwijs die goed werkt in klassikaal verband en met het jaarklassensysteem.
Maar er zijn wat leerlingen die hierin verdwalen. Compleet vastlopen in de stapjes en geen grip krijgen op de leerstof. Dit zijn leerlingen die een andere vorm van onderwijs nodig hebben. Omdat ze anders uitvallen of thuiszitter worden. Het zijn die leerlingen waarvan een leerkracht kan zeggen: ‘Het zit er wel in maar het komt er niet uit’. De leerling die steeds vaker uit het raam staart of steeds minder meedoet met de klas. De leerling waarop je als leerkracht steeds minder grip krijgt. Dit soort leerlingen heeft baat bij top-down onderwijs. En dat is niet makkelijk uit te leggen want dat bestaat nog niet. In geen enkele leeromgeving voor zover ik weet.
STARTNIVEAU BEPALEN
Daarom wil ik u meenemen in een voorbeeld over het aanleren van de taal Duits in het voortgezet onderwijs. Daar staat bv. drie jaar voor om een bepaalde hoeveelheid leerstof te onderwijzen. Die leerstof wordt dan in kleine stukjes opgedeeld over de maanden en jaren en via die leermethode aan de leerlingen onderwezen. Aan het eind kennen de meeste leerlingen de leerstof. Bij het bottom-up onderwijs is het startniveau vrij eenvoudig te bepalen. Voor Duits is dat niveau meestal nul. De leermethode gaat uit van geen kennis en kan van daaruit bouwen aan het opdoen van de leerstof. Andere leermethodes gaan uit van een bepaald kennisniveau van een eerdere opleiding.
Top-down onderwijs deelt de leerstof niet op in kleine stukjes. Dit type onderwijs geeft de leerling alles in een keer. Alle woorden die gekend moeten worden, alle grammatica, alle vervoegingen, de uitspraak, de zinsbouw, etc.. Maar voor de leerling die zo gaat leren is dat natuurlijk niet genoeg. Deze leerling heeft een groot beeld van de wereld en de samenleving en moet daaraan en daarin deze leerstof koppelen om het te kunnen plaatsen en te kunnen onthouden. Daarom wordt ook aangeboden: de geschiedenis van de taal, de verschillende taalgroepen in de wereld, een uitgebreide verhandeling over de cultuur en de verschillende dialecten binnen die taal. De leerling kan nu hiermee de leerstof koppelen aan waar zijn of haar ‘top’ zich bevindt. Dit verschilt per leerling en per vak. De ene leerling heeft sterke behoefte om eerst veel te leren over de taalgroepen in de wereld, de andere moet eerst een gevoel krijgen bij het gebruik van de taal in het dagelijkse leven. Van daaruit kan ‘afgedaald’ worden naar de leerstof. De verschillende onderdelen van de leerstof worden in 1 keer aangeboden.
ONDERSTEUNING
Maar dat is natuurlijk niet werkbaar als er verder niet ondersteund wordt. Daarom wordt bij elk onderdeel door minimaal 10 mensen verteld hoe zij dat onderdeel zouden benaderen. Dezelfde mensen vertellen dit bij elk onderdeel van een vak. Zo kan de leerling hun favoriete uitlegger volgen. Een voorbeeld hiervan is het leren van de woorden. Dit kan met de bekende woordenlijsten maar het kan ook in zinsverband middels enkele verhalen waarin de woorden zijn verwerkt. Het kan via de uitspraak geleerd worden of via het bekende post-it-systeem waar je op allerlei voorwerpen het Duitse woord kunt lezen. En zo zijn er nog meer varianten waarmee die 10 mensen de leerling kunnen helpen bij het leren van de leerstof.
TOETSING
In de reguliere lesmethode kun je makkelijk toetsen of en hoe elke leerling meekomt in de aangeboden stapjes. Dat kan veel minder met de Top-down manier. Daarom is er een toets die elke leerling zelf kan afnemen en waarmee de leerling en de begeleiding kan zien hoe die leerling er voor staat. Deze toets wordt automatisch gegenereerd door een computerprogramma dat minstens 8 keer het aantal vragen op voorraad heeft dat er in 1 toets gesteld wordt. Elke volgende vraag is van een iets hogere moeilijkheidsgraad en krijgt daarbij een iets hoger
“Het ligt niet aan hun intelligentie, wel aan hun andere manier van denken.”
gewicht dat later meegenomen wordt in de toetsuitslag. Deze toets mag een leerling bv. 4 keer maken met een tussentijd van bv. een paar maanden. Hierdoor krijgt de leerling feedback op diens leerprestaties en de begeleiding weet ook hierdoor waar de leerling zich bevindt in het leerproces. Een einddoel is om een niveau per vak te bepalen waarmee in samenspel met andere vakken een diploma kan worden afgegeven. De leerling die een bepaald vak erg leuk en interessant vindt kan gaan voor het hoogste niveau, andere leerlingen kunnen gaan voor een acceptabel niveau.
RUIMTE VOOR ELKE LEERLING
Alle vakken en zaken die leerlingen moeten leren op een school voor primair of voortgezet onderwijs en elke andere opleiding, kunnen op deze manier worden aangeboden en geleerd. Andere zaken die het onderwijs wil of moet meegeven aan de leerling kan in een goede organisatievorm gegoten worden. Hierbij is er ruimte voor sport, discussie, muziek en bv. spel. Voor Top-down Onderwijs heb ik al een organisatievorm ontwikkeld waarin de belangen van elke speler in dit type onderwijs gerespecteerd worden. Zoals ook voor het Bottom-up leren denk ik dat de meeste kinderen ook met dit Top-down onderwijs uit de voeten zullen kunnen. Het vereist een andere opstelling van de leerling maar ik kan me niet voorstellen dat de meeste kinderen dat niet zal lukken. Het leren van stukjes en beetjes leerstof moet je ook maar kunnen. Het bij elkaar puzzelen van al die stukjes is niet makkelijk.
EEN ANDERE MANIER VAN DENKEN EN LEREN
Ik wil niet het hele onderwijs veranderen want dat werkt prima voor veel leerlingen. Voor de leerlingen waarvoor het niet werkt, daarvoor wil ik graag Top-down Onderwijs realiseren. Zodat de uitvallers en thuiszitters van nu ook kunnen leren, wel op hun eigen manier en zeker op hun eigen niveau en dat ook zij hun schoolperiode kunnen afsluiten met een voor hen passend diploma. Want het ligt niet aan hun intelligentie, wel aan hun andere manier van denken en leren.
Mijn concept Top-down onderwijs is klaar om in de praktijk gezet te worden. Ik hoop van harte dat dit gerealiseerd mag worden en dat dit o.a. de vele leerlingen kan helpen die ik nu tegenkom als thuiszitter, vastloper of uitvaller. De vorderingen met dit concept en meer informatie vindt u op https://ikbenhoogbegaafd.nl/top-downonderwijs/.

Willem Wind
Willem Wind is ervaringsdeskundige hoogbegaafdheidwww.ikbenhoogbegaafd.nl