Slim 2.0 en Mijn Hoogbegaafde Kind en Ik, een bespreking.

“Een arts die perplex was door de doordringende blik waarmee de pasgeborene hem observeerde, zodat hij geneigd was zich even voor te stellen”.
Dit lees ik in het boek Slim 2.0, uitgegeven door de Koepel Hoogbegaafdheid, in een artikel over Baby’s en Peuters (Frouke Welling). Ik ben met stomheid geslagen, dit is precies wat we meemaakten met onze oudste, inmiddels 18. Toen hadden we dus al kunnen weten; misschien wel hoogbegaafd…

En in een paar hoofdstukken verderop, over Onderpresteren lees ik: “Fietsen, een keer proberen, vallen en zeggen: ‘dat kan ik niet’. Voor het eerst op schaatsen en na twee streken vallen en zeggen: ‘doe maar weer af, ik kan het niet’.” (Frouke Welling en Annet Atsma)
Opnieuw herkenbaar, dit gaat over onze jongste. Inmiddels is hij 13, met het fietsen is het uiteindelijk goed gekomen, maar vermijdingsgedrag zoals het wordt genoemd in dit hoofdstuk herkennen we nog steeds.

Slim 2.0 staat vol met artikelen die herkenning geven. Maar niet alleen herkenning, ook uitleg , handreikingen, tips, informatie. Ouders van jonge tot zeer jonge hoogbegaafde kinderen, ouders van oudere hoogbegaafde kinderen, docenten die hoogbegaafde kinderen in de klas blijken te hebben, ouders die met school het gesprek aan willen gaan over hoe om te gaan met hun hoogbegaafde kind.

Voor al die opvoeders en begeleiders is er informatie terug te vinden waar uiteindelijk onze kinderen hun voordeel mee kunnen doen. Ik ontkom er niet aan het boek te lezen met mijn eigen kind(eren) in het achterhoofd, ook al staat mij een objectieve bespreking van het boek voor ogen, maar zo vergaat het vermoed ik alle lezers van het boek. Heb je te maken met hoogbegaafde kinderen op wat voor manier dan ook, de grote verscheidenheid aan artikelen maakt dat er werkelijk altijd iets in staat waarvan je denkt, “oh dus zo zit dat”.

“Hoogbegaafde kinderen nemen alles letterlijk. Zeg dus niet: ‘Je jas hoort hier niet’, want daar gaan ze misschien over nadenken , maar die jas wordt niet opgehangen. Zeg: ‘Hang je jas aan de kapstok in de gang’.”
Dit kom ik tegen als tip van een ouder in Mijn Hoogbegaafde Kind en Ik van Suzanne Buis. Heel erg waar,  ik breng dit vrijwel dagelijks in de praktijk, zo letterlijk mogelijk formuleren. Niet zeggen: ‘ga nu zitten’, maar ‘ga nu op je stoel zitten’, anders zit de jongste precies daar waar hij was toen ik het zei…

Of de tip van een van de deskundigen in het boek: “Weet dat deze de kinderen de lat voor zichzelf hoog leggen en leg die als ouder niet nog hoger” (Tessa Kieboom).  Dat kan ik mij ter harte nemen, verwacht ik niet te veel van de kinderen?

Ook dit boek lees ik in een ruk uit. Het is onderhoudend geschreven, met een heel duidelijke opbouw. Verhalen van ouders worden afgewisseld met ervaringen van deskundigen. De verhalen van de ouders beginnen met een tip. Het gedeelte waar de deskundigen aan het woord komen, kent eveneens een vast stramien. Zij vertellen wat zij als “valkuil” ervaren als het gaat om het opvoeden van hoogbegaafde kinderen, ze geven  een “tip”, en ze vertellen wat ze als “cadeau” ervaren ten aanzien van hoogbegaafde kinderen. Ik vind het een opsteker dat er zo veel “cadeaus” worden beschreven. Als ik weer eens in de clinch heb gelegen met een van beide kinderen  staat me dat niet altijd even duidelijk voor ogen. 

De deskundigen in het boek worden met naam en toenaam genoemd, als je het boek uit hebt, heb je ongemerkt kennis gemaakt met een heel groot gedeelte van de deskundigen die zich in Nederland bezighouden met hoogbegaafdheid. En weet je dus ook bij wie je eventueel wilt aankloppen als het fijn is om hulp te krijgen bij alle vragen die je hebt over hoe je kind het beste te begeleiden , of waar je kind zelf heen kan met alle vragen die het heeft.

Ik lees het boek inderdaad met een lach en een traan, zoals de schrijfster, Suzanne Buis, in haar inleiding al suggereert. Wat is er nog veel te bevechten als het om onze kinderen gaat, maar wat fijn om daar een boek bij te hebben dat zoveel handreikingen geeft.

In vergelijking met Mijn Hoogbegaafde Kind en Ik is Slim 2.0 een wat wetenschappelijker boek, met informatieve artikelen die veel herkenning geven en die af en toe met een praktijkvoorbeeld worden gelardeerd. Achterin is een zeer uitgebreide literatuurlijst opgenomen.  Het boek kent een rustige, duidelijke en overzichtelijke opmaak.

In Mijn Hoogbegaafde Kind en Ik, zijn het juist de ervaringsverhalen van ouders van hoogbegaafde kinderen die veel indruk maken en geven de deskundigen bruikbare, aan de praktijk gerelateerde  tips.  Achterin het boek staat tenslotte nog een checklist: is jouw kind hoogbegaafd? En een lijst met aanraders als je meer wil lezen over hoogbegaafdheid. Het boek is vrolijk en afwisselend maar herkenbaar opgemaakt.

Eveline Imelman-van Luyn